| 
       Ademloos -:- Onder 
        de eiken 
        
      Ademloos 
        --------------- 
      Dat vluchtig gebaar 
        van je hoofd op mijn schouder, 
        gezicht naar de zon; 
        slechts een handbreedte ver 
        de schittering in je ogen. 
       
        Mijn vingers volgen 
        de lijnen van je lippen, 
        de vorm van je kin; 
        en onverwachts rolt een traan 
        over je wang,op mijn hand. 
       
        Jouw zwijgen spreekt meer 
        dan woorden dat kunnen- 
        in deze leegte 
        luister ik naar het kloppen 
        van onze harten,ademloos. 
       
        
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
      Onder de eiken 
        ------------------- 
       
        Alleen hun toppen 
        wiegen op de maat van de wind- 
        onder de eiken 
        het witte kapelletje, 
        waar mensen komen en gaan. 
       
        Schaduwen,eerst kort 
        dan langer, omsluiten 
        de oude hoeve; 
        tussen uitgestrekte velden 
        is niets,niets meer hetzelfde. 
       
        Ondergaande zon- 
        geen zuchtje wind rimpelt 
        het heideven; 
        turend in de verte 
        denk ik aan wat is geweest. 
       
       
       
       |