Door Anita Reimer en Will Meijer
ZOMAAR...EEN ZOMER!!
-------------------------
Nog iedere dag
dat spel van schaduw en licht
in mijn achtertuin Will
naast de rijpende druiven valt
het eerste geel-bruine blad Anita
alleen het ruisen
van water over rotsen
verdrijft de stilte Will
nog laat in de schemering
de dans van twee koolwitjes Anita
onder de sterren
genieten van kaas en wijn;
getjirp van krekels Will
de blik in jouw ogen zegt
nu meer dan alle woorden Anita
bij het ontwaken
gemijmer over wat was
en nog komen gaat Will
als had ik ze geroepen-
de eerste regendruppels Anita
hoe vaak kon ik haar
aanwezigheid reeds voelen;
doof was ik en doorweekt Will
een vogel, vlak bij mijn raam-
ik wou, dat jij het was Anita
vluchtig, zo
kruisen zich onze wegen
dichtbij de dichter Will
in de wereld van het gedicht
zich ontmoeten tussen woorden Anita
wind en water
eindeloos in beweging ;
wuift het riet,wuift riet... Will
liggend in het hoge gras
luisteren naar de stilte Anita
zover het oog reikt
schrijden wolken statig voort,
zonder gerucht Will
ook een vlucht wilde ganzen
vertrekt nu naar de verte Anita
zon, zee en het strand-
ontelbare voetstappen
gingen mij vooraf Will
de naderende vloedlijn
wist schuimend alle sporen Anita
zomereinde-
bij gitaarmuziek dansen
schimmen om het vuur Will
vergeefs dwarrelen vonken
in richting sterrenhemel Anita
gebarsten bolsters
onder de kastanjeboom
de lach van een kind Anita
tegen de oostenwind in
trap ik de pedalen rond Will
verder en verder
jaagt de wind de bladeren
het zonlicht in Anita
de vroege wandelaar
weekt zich los uit de nevels Will
het grijze decor
van een natkoude herfstdag-
ik teken de zon Anita
met de mantel van de lach
verhul ik mijn ongeduld. Will
vanachter een raam
het donker doorvorsen
op zoek naar een ster Anita
waardig de laatste tocht-
huilt mijn hart met de zijnen Will
vallen en opstaan-
elke dag een stuk verder
op de levensweg Anita
onder de machtige eik
nu mild de jaren van toen Will
met elk blad dat valt
brengt de boom hem dichter bij,
de horizon Anita
achter geopende poorten
sluimert nog het daglicht Will
in de ochtendzon
de glans van druppeltjes dauw
in een spinnenweb Anita
wachtenden bij de halte
stappen uit de schaduw Will
in de westerstorm
onder een gebroken tak
schuilende eenden Anita
hoe anders lijkt vandaag
de wolkenloze hemel Will
oude dakpannen
begroeid met sedum en mos
sieren nu de tuin Anita
in het dampige land
verzinkt de regenboog Will
ik mis het nu al
dat spel van licht en schaduw
in het avonduur Anita
het gezang van de merel
ebt weg in de duisternis. Will
|