| 
       
      	Eugène Ammann  -:- 
      	Dymph de Beer -:-
      	Sarah De Brandt -:- 
        Sonja de Bruijn -:- 
        Corry Buijs -:- 
        Femia Cools -:- 
        Tjebbe van Dijk -:- 
        Marieke Drent -:- 
        Ria Giskes-Pieters -:- 
        Walter Goovaerts-:- 
        André Gysemans -:- 
        Geert Janssens -:- 
        Rosette Emma Libens -:- 
		Ben Mentink -:- 
        Gijs de Mik -:- 
        Suze Oomen -:- 
        Mariëlla Schoemans -:- 
        Erna Speek -:- 
        Marion Spronk -:- 
        Stien Steenvoorden -:- 
        Chris Verschoot -:- 
        Tanya van der Wacht -:- 
        Marnix van Wijk -:- 
        Erik Zaal 
         
       
         
         
        André Gysemans 
         
        Ook al verdween je 
        achter de zonsondergang, 
        je weg is er nog. 
         
		
		In de nachthemel 
        staan de sterren te wachten, 
        stralend in stilte. 
         
		
		Witte sneeuw verraadt  
        waar zachte poezenpootjes  
        haar hebben gekust. 
      Half weggezonken 
        in de horizon, knipoogt 
        de zon: "Tot morgen." 
         
		Rijen zwaluwen 
        op de telefoondraden. 
        Morgen vliegen ze. 
         
		Elke nacht weer 
        openen  gesloten  ogen 
        een poort naar dromen. 
         
         
         
         
         
         
		 
 
 
 
 
 
  
         
         
         
         
         
         		
         
         
        Sarah De Brandt 
         
        Als korrels van zand  
        glijdt de tijd door mijn handen  
        niets is oneindig... 
         
         
         
         
         
         
         
         
         
         
		  
         
         
         
         
		  
         
         
         
         
         
		Rosette Emma Libens 
         
        Kleuren dwarrelen  
        stukjes lente op de stoep-  
        bloesembloemetjes 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		 
         
         
         
         
         
         
         
         
         
		  
         
         
         
         
		  
         
         
         
         
         
		Gijs de Mik 
         
        Opkomend zonlicht  
        dat breekt in lenteregen.  
        Ik zie haar gezicht!  
		
        Verwonderd graaien  
        kleine en grote handen   
        naar de eerste sneeuw. 
		 
         
         
         
         
         
         
         
         
         
		  
         
         
         
         
		  
         
         
         
         
         
		Geert Janssens 
         
        Maanloze hemel-  
        met het licht van de sterren  
        vervolg ik m'n weg. 
        
      Verdorde resten 
        van een vruchtbare zomer 
		kleuren nu de herfst. 
		  
         
         
         
         
         
         
         
         
         
         
         
         
         
         
         
         
         
         
      Marnix van Wijk 
         
        In de warme zon  
        houden de knijpers de was  
        strak aan het lijntje. 
		
		Ongehinderd snel  
        raast de gele trein voorbij  
        een streep door het groen. 
		
		De pijp van beton  
        loost haar afval ongestoord  
        maakt het blauw weer zwart. 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Erna Speek 
         
        Met haar ogen dicht  
        drinkt poes bij de vijver licht  
        van de volle maan. 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Stien Steenvoorden 
         
        Twee tortelduiven  
        vliegen met de bui terug-  
        druppels aan een blad. 
		
		
        Tussen graf zerken  
        scharrelde een jonge vos  
        Tirsa's rustplaats. 
  
        	
    
        Een koele luchtstroom  
        aait mijn knie,heel even maar  
        Onzichtbare jij! 
  
    
        Welk seizoen ook bergt  
        het mooie van beleving.  
        De herinnering. 
    
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Mariëlla Schoemans 
         
        Herfststormen razen-  
        hoog in de boomtop breekt  
        een ekster de wind. 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Erik Zaal - In rust op reis 
         
        Een baan van warm licht  
        legt zich neer op het gezicht;  
        ogen blijven dicht
  
		
		de baan verplaatst zich  
        met de zonnewende mee;  
        ogen blijven dicht
  
		
		door het glas-in-lood  
        net een regenbooggezicht;  
        ogen blijven dicht
  
		
		voor het laatst begroet  
        door vrienden en familie;  
        ogen blijven dicht
  
		
		de laatste reis volgt  
        vrede gevonden in rust  
        met gesloten ogen
  
		------
		 
		
		Wijzers van mijn klok  
        die draaien wispelturig  
        de tijd weer terug.
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		Sonja de Bruijn 
         
        een blik uit het raam  
        de cake warm - en koffie gezet  
        ze zal er zo zijn
  
		
		gedachten golven  
        een beeld verschijnt-woorden  
        zij vloeien uit mijn pen
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		Eugène Ammann 
         
        Mijn ogen houden  
        het blad vast, dat wegdrijft en  
        langzaam kleiner wordt
  
		
		De herfstige wind  
        waait door haar pas geverfde  
        rode coupe soleil
  
		
		Het eerste blaadje;  
        ik hoor het zacht neerkomen,  
        zittend in de tuin
  
		
		Lome zomerdag -   
        de schaduw van de vlinder  
        speelt met het zonlicht
  
		
		De sparrenbomen  
        prikken gaatjes in de zon,  
        die langzaam wegzinkt
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Walter Goovaerts 
         
        De augustuszon  
        strooit onverwacht glinstering  
        in het natte groen
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Corry Buijs 
         
        De nijvere spin  
        spant draden langs de struiken  
        vangt de ochtenddauw.
 
  
		
		De berk vlijt haar blad  
        op het zachte tapijt van  
        vergankelijkheid.
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Marion Spronk 
         
        Het goudgeel herfstblad  
        ligt na een zware storm nu  
        voor het oprapen.
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Suze Oomen 
         
        Door kunstenaarshand  
        steigert het marmeren paard  
        in steen gevangen.
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Chris Verschoot 
         
        VERWONDERING 
  
        
		duizelingwekkend   
        is de diepte in alles 
		ik sluit mijn ogen 
  
		
        stil en lieflijk licht 
		je hult ons in de schaduw  
        van hartsverlangen
  
		
		heel even zag ik  
        een helder en klare maan 
		ze was daar, meer niet 
  
		
        de nacht zal lichten 
		als de dageraad verschijnt  
        schittert nog één ster
  
		
		sterren die glanzen  
        een blik van stil verlangen 
		ademloos wacht ik 
  
		
        de vreugdekreten 
		om de stilte van de nacht  
        open te breken
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Tanya van der Wacht 
         
		Weerbarstige boom-  
        ook ik zet me schrap tegen 
		schrijnende stormen 
  
		
        Als een ijl decor - 
		roze beukenblaadjes vol  
        kristallen druppels.
  
		
		Overal dooit het  
        maar tussen de woudreuzen 
		knerpen mijn laarzen 
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Ria Giskes-Pieters 
         
		In het borstje  
        van  de   vink 
		de dageraad 
  
		
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Femia Cools 
         
		na zonsondergang  
        in goudgerande wolken 
		het laatste landschap 
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Tjebbe van Dijk 
         
		drie ballonvaarders  
        voelen zich opgelaten 
		in een dennenboom 
  
		
		restje ochtendmist  
        verzet zich tegen de zon 
		vlucht weg in flarden 
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
				Dymph de Beer 
         
		Met tere streken  
        schildert de zon de wolken 
		rood, een nieuwe dag 
  
		Om en om geknot  
        wilgenreeks als kantelen 
		rond het groene hart 
  
		Tedere handen  
        vol witte stilte wekken 
		de slapende stad 
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		Marieke Drent 
         
		Een sprankje zonlicht  
        tussen de wolken vandaan. 
		Niemand die het ziet. 
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
		
		Ben Mentink 
         
		Aan de waterkant-  
        de wind waait vele rimpels 
		in het gelaat 
  
		 
		
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
       |